De omgeving van onze abdij is niet alleen heel mooi: ze ziet er ieder seizoen weer anders uit. Als je houdt van een stapje in de natuur, moet je hier zeker eens komen wandelen – alleen, of met familie en vrienden. Klik op de onderstaande kaart en ontdek het verhaal van Westmalle.
1
Café Trappisten
Geen betere plek om je wandeling te beginnen dat het Café Trappisten! Vandaag kan je er genieten van een fris getapte Trappist of een lekker gerecht, maar ooit was het anders.
Lang geleden stond hier kruidenierszaak Huis ten Halve, precies halverwege Antwerpen en Turnhout. In 1841 werd het pand eigendom van de abdij, in 1923 werd het een café. De eigenaars betaalden de monniken een som geld, maar ook 2 karren mest en 1 fles jenever. Na een grondige restyling opende in 2008 het gezellige Café Trappisten zoals we het vandaag kennen.
>> Steek nu – voorzichtig! – de Antwerpsesteenweg over via het zebrapad. Ga de dreef in die naar de abdij leidt. Na een tijdje zie je links, een eindje van de dreef, de Sint-Bernarduskapel.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortten 2 Britse bommenwerpers neer in de buurt van de abdij. De trieste balans: 13 doden.
Als herinnering aan de gesneuvelde militairen en als dank omdat de abdij gespaard bleef, richtten de paters in 1947 deze Sint-Bernarduskapel op. Let op de glasramen van Victor Van Mil, een Nederlandse Trappist. Ze tonen de wapenschilden van België, de Royal Air Force en abt Robertus Eyckmans.
>> Wanneer je aan een kruispunt van 2 dreven komt, zie je links een infobord. Sla rechts af in de dreef die parallel loopt met het water voor de lange abdijmuur.
Het verhaal van de abdij begon in 1794, toen 10 Franse cisterciënzers zich vestigden in hoeve ‘Nooit Rust’ in Malle. Ze gingen stevig aan de slag en doorheen de jaren veranderden ze de heide- en moerasgronden in landbouwgrond. Ze breidden de abdij ook uit met onder meer een kerk en een gastenhuis, een brouwerij, drukkerij en een apotheek.
De bibliotheek van de abdij telt ruim 50.000 boeken.
De ruime omgeving van de abdij is intussen erkend als erfgoedlandschap.
Waar je enkele glasramen in de abdijmuur ziet, bevindt zich het noviciaat. Hier krijgen aspirant-monniken – ‘novicen’ genoemd – hun 2 jaar durende opleiding, die hen klaarstoomt voor het cisterciënzerleven.
Na 2 jaar legt de novice zijn tijdelijke geloften af. Nog eens 3 jaar later kan hij de abt vragen om zijn plechtige gelofte af te leggen. Zo verbindt hij zich definitief met de abdijgemeenschap.
Volgens de regels van hun orde mochten de Trappisten de volksdrank van de streek drinken. In hét bierland bij uitstek is het dus geen verrassing dat de monniken een brouwerij startten. Aanvankelijk werd enkel bier gebrouwen voor eigen gebruik. Na een tijdje werd het bier ook verkocht om aan de noden van de abdij te voldoen. In 1934 bouwden de monniken een volledig nieuwe, moderne brouwerij. Die werd doorheen de jaren verder geautomatiseerd.
Westmalle brouwt 3 trappistenbieren: de Extra (4,8°), Dubbel (7°) en Tripel (9,5°). De Westmalle Extra is het bier dat de broeders zelf drinken bij de maaltijd. De Westmalle Dubbel dankt zijn naam aan het feit dat het wordt gebrouwen met dubbel zoveel ingrediënten als een vroegere biervariant. Bij de Westmalle Tripel moet je dat dus maal 3 doen.
Echt trappistenbier is voorzien van het label ‘Authentic Trappist Product’. Dat label garandeert onder meer dat het bier door de monniken zelf – of alleszins onder hun toezicht – wordt gebrouwen in een Trappistenabdij. De brouwerij-activiteiten zijn overigens altijd ondergeschikt aan het kloosterleven: een belangrijk deel van de opbrengst gaat bijvoorbeeld naar liefdadigheid.
>> Wandel verder tot aan de kruising van deze zandweg met een asfaltbaan. Daar sla je links af. Van hieruit heb je een mooi zicht op het hele abdijcomplex.
Onder de verzamelplaats voor lege bierbakken bevindt zich een grote kelder waar het bier in de flessen 3 weken verder gist bij een constante temperatuur van 20°C. Deze hergisting geeft het bier zijn volle smaak en alcoholgehalte.
Goed om te weten: zelf bewaar je een Westmalle het best in het donker, bij een temperatuur van 9 tot 14°C. Zet de flessen rechtop. Zo blijft de gist op de bodem en schenk je een mooi, helder bier. Laat ongeveer 1 cm in het flesje: die gistbodem is lekker om apart te proeven.
Binnen de muren van de abdij bevindt zich ook een boerderij, die gericht is op melkvee en gewassen om de dieren te voeden. Van de lente tot de herfst zie je de koeien in de weiden rond de abdij grazen. De monniken leven vegetarisch en houden deze dieren uitsluitend voor de melk. Daarmee maken ze heerlijke trappistenkaas.
Met de heerlijke melk van onze koeien bereiden we onze trappistenkaas. Dat gebeurt op ambachtelijke wijze en zonder kleur- en bewaarstoffen.
De halfharde Westmalle-kaas heeft een erg laag zoutgehalte: minder dan 1%. Er zijn 3 variëteiten: de 2+, 6+ en 12+ hebben respectievelijk 2, 6 en 12 maanden gerijpt.
Zin om onze kaas eens te ontdekken? Je koopt hem in Café Trappisten of aan de abdijpoort (alle dagen open behalve op zon- en feestdagen). Hier vind je de verkooppunten bij jou in de buurt.
>> Wandel verder tot op het einde van de lange abdijmuur. Rechts zie je 2 grote weilanden die met een hekwerk omheind zijn. Met wat geluk zie je daar een groot aantal schapen in staan. Aan het einde van de muur ga je de dreef links in.
De kerktoren had oorspronkelijk een spitse punt. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werd hij door het Belgische leger gedynamiteerd, zodat hij niet kon dienen als uitkijkpunt voor de vijand.
Daarna kwam er tijdelijk een eenvoudig zadeldak.
Na de oorlog herrees de toren als een Italiaanse campanile-toren. Het idee kwam wellicht van abt Dom Herman-Jozef Smets. Die kwam regelmatig in Rome, omdat hij was aangesteld als generale abt van de Trappistenorde.
Boven de ingangspoort van de abdij staat een Latijnse tekst. Vrij vertaald betekent die: “Wie geen boete doet, zal sterven. Iedereen op dezelfde manier.”
Het leven binnen de abdijmuren verloopt volgens een vast stramien. De monniken bidden en zingen 6 keer per dag samen in de kerk. Tussendoor studeren en mediteren ze, knappen ze klusjes op en werken ze in de kaasmakerij of bakkerij. Ze leven immers volgens de regel van Benedictus. Dat wil zeggen dat ze de handen uit de mouwen moeten steken en voorzien in hun eigen levensonderhoud.
Je kunt de abdij niet bezoeken, maar het gastenverblijf staat open voor wie rust en bezinning zoekt. Ook bij de gebedsdiensten en de eucharistie ben je welkom.
>> Stap gerust even binnen ons abdijwinkeltje. Je kunt er onze kaas kopen, maar ook enkele andere trappistenproducten en een selectie aan boeken en religieuze artikelen.
Meer doen
Bekijk in Café Trappisten gratis de film over de brouwerij, terwijl je geniet van de kaas en het bier van Westmalle.