De monniken van Westmalle maken ook hun eigen trappistenkaas in de kaasmakerij van de abdij. Een lange traditie die het vegetarische dieet van de monniken ondersteunt.
De melk voor deze zorgvuldig gemaakte kaas komt van de Groninger Blaarkoppen en Brown Swiss, de runderen die hun onderdak vinden in de boerderij van de abdij.
In de abdij van Westmalle is er niet alleen een brouwerij en een boerderij, maar sinds 1870 ook een kaasmakerij. De monniken maken er halfharde, gerijpte kaas. Deze kaas is vooral bedoeld voor eigen gebruik maar wordt ook verkocht in de gespecialiseerde detailhandel.
We vervaardigen één type kaas, in drie varianten die verschillen in rijpingsduur: 2, 6 en 12 maanden. De tijd doet zijn werk en beloont ons met een natuurlijke evolutie in de smaak en textuur van de kazen. Kenmerkend voor alle variëteiten is het lage zoutgehalte.
Het maken van de trappistenkaas van Westmalle is een ambachtelijk proces, volledig op basis van verse melk van de koeien van de abdij zelf. Ook de arbeid die in het maken van de kaas kruipt, ligt grotendeels in de handen van de monniken.
De trappistenkaas van Westmalle is voornamelijk bedoeld voor eigen gebruik in de abdij. Toch doen de monniken aan een beperkte verkoop van de kaas. In de eerste plaats aan de poort van de abdij zelf en daarnaast ook in enkele selecte handelszaken.