Deze bedrijvigheid is er niet op de eerste plaats om commerciële redenen, maar om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Volgens de Regel van Sint-Benedictus moeten kloosters zelfbedruipend en onafhankelijk zijn.
Benedictus vindt ook dat monniken geen leeglopers mogen zijn en dat ze de handen uit de mouwen moeten steken. Want het draagt ook bij tot de vorming van de menselijke persoon in zijn geheel, die een voorwaarde is voor spirituele groei. Monniken kunnen bij de arbeid bovendien hun creativiteit uitleven.